De wordingsgeschiedenis van onze sporttak is nogal vaag omdat haar oorsprong zich vierduizend jaar geleden situeert. Er bestaat een sterk vermoeden dat het zelfs afkomstig is van de mongolen (steppe). Uiteindelijk kwam de krijgskunst sterk naar de voorgrond in Japan met het bestaan van een twintigtal scholen die elk over hun gespecialiseerde technieken beschikten.
Ju Jitsu werd in Japan bijna uitsluitend beoefend door de klasse der krijgers (samurai). De samurai genoot het voorrecht twee zwaarden te mogen dragen, een lang (de katana) en een kort (de wakizashi). Indien de samurai tijdens een gevecht ontwapend werd, diende hij verder te strijden met de blote hand. Om deze reden werd een studie gemaakt van de ongewapende technieken om zichzelf te verdedigen. Op die manier ontstond het Ju Jitsu.
In 1868 werd het feodale stelsel van Japan afgeschaft. De samurai mochten niet langer zwaarden dragen. Ju Jitsu werd op dit moment toegankelijk voor alle klasse van de maatschappij. Vanwege de overheersing van Japan door de Verenigde Staten van Amerika was de internationalisering van de sport na Wereldoorlog II een feit.
Verscheidene gevechtskunsten nemen hun oorsprong rechtstreeks van het Ju Jitsu. Dit is onder andere het geval voor Judo en Aikido. Judo richt zich meer op het competitieve aspect. Het is een systeem van werpen, houdgrepen, wurgingen en minder gevaarlijke klemmen. Bij aikido wordt een aanvaller in een soepele ontwijkbeweging meegenomen en begeleid naar een ‘zachte’ val. De technieken van beide sporten worden door de Ju Jitsuka bestudeerd.
Ju Jitsu is en blijft de bakermat van talrijke vechtkunsten!